De UGent in een onzekere wereld

Het Westen gaat door onzekere tijden in het geopolitieke landschap. Welke standpunten neemt onze alma mater (niet) in over mensenrechten, nu de wereld een geopolitieke aardverschuiving ondergaat?

Mensenrechtenbeleid UGent

Mensenrechten laten de universiteit niet koud. In 2017 keurde zij een mensenrechtenbeleid goed, gebaseerd op enkele internationale basisprincipes. De UGent kan zo zowel preventief als reactief optreden tegen samenwerkingen met partners die de mensenrechten (kunnen) schenden. Preventief gebeurt dat via een mensenrechtentoets; de initiatiefnemers van de samenwerking moeten controleren of er "tijdens de activiteiten mensenrechten kunnen geschonden worden", of de "onderzoeksresultaten later kunnen gebruikt worden voor mensenrechtenschendingen", en of de "partner mogelijk betrokken is bij mensenrechtenschendingen". Indien het antwoord op één van deze vragen 'ja' luidt, dan zal de Commissie Mensenrechtenbeleid advies uitbrengen over maatregelen om het risico te beperken. Enkel bij flagrante en ernstige schendingen geldt er een absoluut verbod op samenwerking. De UGent treedt reactief op met een mensenrechtenclausule, indien er zich toch problematische situaties zouden voordoen tijdens de samenwerking.

Waarom hanteert de universiteit ten opzichte van Israël een gedifferentieerd beleid?

Huidige standpunten UGent

Hoewel in principe elk samenwerkingsverband in aanmerking komt voor controle, heeft de UGent toch enkele "specifieke bezorgdheden". Dat gaat dan over landen zoals Egypte, Iran, Israël, Rusland, Turkije en Wit-Rusland. Evenwel is er geen academische boycot tegen Egypte, maar eerder een veroordeling vanwege de arrestatie van een student, nadat die kritiek gaf op de regering. Een Iraanse academicus was hetzelfde lot beschoren en sindsdien verbiedt de UGent academische samenwerkingen met Iraanse partners. De universiteit legt dezelfde sanctie op tegen Turkije, waar president Erdogan sinds jaar en dag de democratie uitholt en de vrije meningsuiting van onder andere academici aan banden legt. Ook samenwerkingen met instellingen in Rusland en partner in crime Wit-Rusland zijn verboden. Beide landen zijn dictaturen die nauw samenwerken in de oorlog tegen Oekraïne.

Verreweg het gevoeligst ligt Israël, waarmee de UGent nog steeds academische banden onderhoudt, ondanks meerdere veroordelingen door het Internationaal Gerechtshof en ettelijke protesten, bezettingen en bekladde rectoraatsgevels. De vraag is dan ook: waarom roept de UGent niet de mensenrechtenclausule in? Het antwoord ligt bij de aard van de samenwerking met Israël: die wordt namelijk geregeld door Horizon Europe, een samenwerkingsproject van de EU, waar Israël vreemd genoeg ook bij betrokken is. Horizon behoort dan ook tot de contracten "waar de UGent geen ruimte heeft om de voorwaarden te onderhandelen". Dergelijke contracten hebben geen mensenrechtenclausule nodig, en de UGent kan dan ook (in principe) niet reactief reageren op schendingen. De universiteit doorloopt nu evenwel een proces waarin ze de academische banden met een selectie aan Israëlische instellingen doorknipt. De vraag blijft: waarom hanteert de universiteit ten opzichte van Israël een gedifferentieerd beleid, terwijl Rusland de volle laag krijgt?

Wat ontbreekt er?

De UGent somt zelf wel wat bezorgdheden op, maar er zijn ook landen die de lijst vreemd genoeg niet haalden. Waar is bijvoorbeeld het land China, dat de mensenrechten op dagelijkse basis schendt in Tibet en Xinjiang (de heimat van de Oeigoeren)? Of de Verenigde Staten, waar de New Yorkse Columbia University op de knieën ging voor de eisen van Trump? De universiteit moet nu komaf maken met zogenaamd antisemitisme en strenger toezien op protesten. Zo staat een pro-Palestijnse student op het punt gedeporteerd te worden, en wordt de Midden-Oosterse faculteit strenger gecontroleerd. Dat is een gevaarlijke stap richting autocratie. Bij de Commissie Mensenrechtenbeleid van de UGent zouden dan ook best alarmbellen afgaan.

De UGent kaart expliciet bepaalde landen aan die de mensenrechten schenden

Wat doen andere Vlaamse universiteiten?

Alle Vlaamse universiteiten gebruiken een mensenrechtentoets én controleren hun potentiële partners op mensenrechtenschendingen voor zij een samenwerking aangaan. Dit gebeurt meestal onder een Commissie Mensenrechten of Ethische Comissie. De VUB kent zelfs twee fases: een laagdrempelige evaluatie door het Contactpunt voor Ethiek en Internationale Samenwerking, en, bij oranje licht, nog eens goedkeuring door de Ethische commissie voor duaal gebruik, militair gebruik en misbruik (ECDMM), of de Reflectiegroep voor ethiek en internationale samenwerking. Bij rood licht van het contactpunt is de samenwerking verboden. Ook aan de KUL verloopt het proces in twee fases: een contactpunt beoordeelt risicovolle samenwerkingen en bij twijfel vraagt het ook nog eens advies aan een ethische commissie. De UA werkt met een meldpunt mensenrechten, aan de UHasselt beoordeelt de Commissie Mensenrechten potentieel gevaarlijke aanvragen.

Veel verschilt het mensenrechtenbeleid dus niet tussen de universiteiten, die meestal de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) als leidraad gebruiken. Dit orgaan heeft een eigen beleid uitgewerkt en formuleert zelf standpunten over problematische landen, zoals Iran. Wat wel verschilt: de UGent kaart expliciet bepaalde landen aan die de mensenrechten schenden, terwijl dit bij de andere universiteiten niet terug te vinden is. Langs de andere kant is dit soms ook overbodig, aangezien de Vlaamse universiteiten de standpunten van het VLIR volgen.

door Samuel Bocken

 

Nog geen stemmen

Reactie toevoegen