Zijn we vatbaarder voor allergieën dan vroeger?

De lente is er weer. De zon schijnt, de natuur ontwaakt. Samen met die natuur ontwaken echter ook de pollenallergieën. Er wordt gezegd dat de moderne mens veel vatbaarder is voor allergieën dan vroeger. Maar klopt dat wel?

Waarom lijken steeds meer mensen allergisch te zijn voor van alles en nog wat? De ene niest door de pollen, de andere krijgt uitslag van pinda's. Onder wetenschappers is een populaire verklaring hiervoor de 'hygiënehypothese'. De smetvrees in de Westerse wereld zou er volgens deze theorie voor zorgen dat ons immuunsysteem onvoldoende gestimuleerd wordt, en dan maar toevallige stofjes in ons lichaam als vijand bestempelt.

Gekregen van mama en papa

Als je nu je ouders wilt bellen om te zeggen dat hun kuisdrift de oorzaak is van je allergie, wacht dan nog even. Misschien ligt het niet aan hun schoonmaakijver, maar speelt er daarentegen een erfelijke factor. Heb je een allergische ouder, dan is de kans op een allergie 40%. Bij twee ouders loopt dat op tot 60%. Geen allergische ouders? Dan heb je geluk, want je hebt slechts 10% kans op een allergie. Genetica speelt dus mee, maar verklaart niet waarom allergieën de laatste decennia zo sterk zijn toegenomen.

Oost, west, welke thuis is best?

Zijn het dan de omstandigheden waarin je opgroeit die je kans op een leven vol niezen bepalen? Om dit te onderzoeken zou je een studiepopulatie nodig hebben waarbij mensen met min of meer dezelfde genen in een tegengestelde leefomgeving opgroeien. Proefdieren kan je in een kunstmatige leefomgeving van elkaar scheiden, maar mensen zijn over het algemeen minder meegaand. De Sovjet-Unie trok zich hier echter niet al te veel van aan, en splitste de Duitse populatie in twee studiegroepen, oost en west. In het oosten, met minder hygiëne en meer infectieziekten, bleken minder kinderen allergisch te zijn dan in het steriele westen.

Oude vrienden

De Old Friendstheorie bouwt verder op de hygiënehypothese, en legt de oorzaak bij onze vervreemding van parasieten en microben. Deze 'oude vriendjes' waarmee onze voorouders constant in contact kwamen, triggerden het immuunsysteem. Zoals je moet oefenen om met de juiste kracht een basketbal in de ring te gooien, zo moet ook het immuunsysteem oefenen om niet te weinig, maar ook niet te veel te reageren op de indringers die ons lichaam passeren. Nu leven we sterieler, gewapend met ontsmettingsgel en mondmaskers, en krijgt ons systeem de kans niet de immuunreactie te verfijnen. Af en toe slaat het dus op hol.

Duizend dagen

Volgens wetenschapper Tessa Roseboom zijn de eerste duizend dagen van je leven essentieel voor je gezondheid. Borstvoeding en contact met dieren en met oudere kinderen zorgen voor blootstelling aan een brede mix van microben en versterken zo je immuniteit. Aangezien je dit artikel zit te lezen, zijn je eerste duizend dagen in deze wereld waarschijnlijk al gepasseerd en heb je hier dus niet zo veel aan.

En dat is dan ook meteen het grootste mankement aan de hygiënehypothese: we zijn er niets mee. Een te propere leefomgeving veroorzaakt wat genies en loopneuzen, maar samen met de ontdekking van antibiotica heeft het ook het aantal slachtoffers van infectieziekten doen kelderen. En de keuze tussen een pollenallergie en cholera is wel snel gemaakt.

Nog geen stemmen

Reactie toevoegen