De nachtmerrie is uitgekomen. De nieuwe president van de Verenigde Staten is de racistische en nationalistische miljardair Donald Trump. Hoe is dat kunnen gebeuren?
In heel het land gingen minder Democraten stemmen dan normaal. Het enthousiasme voor Hillary Clinton ontbrak. Opmerkelijk: Trump (“grab ‘em by the pussy”) won méér stemmen bij blanke vrouwen dan Clinton. Trump (“they’re rapists”) won méér stemmen bij latino’s dan de vorige Republikeinse presidentskandidaat, terwijl Clinton daar minder goed scoorde dan Obama. In Michigan gingen zes keer meer Democraten wel stemmen voor de lokale of regionale verkiezingen zonder te stemmen voor de presidentsverkiezing, dan het aantal kiezers dat Trump er uiteindelijk meer haalde dan Clinton. Dat eigenaardige fenomeen kwam ook in andere traditionele blue states voor. Michigan, Wisconsin en Pennsylvania kozen zelfs voor het eerst in decennia in meerderheid voor de Republikeinen, waardoor Trump tegen alle verwachtingen in de verkiezingen won.
Dit zijn geen staten waar vrouwen compleet ontbreken of minder minderheden wonen dan elders (in Michigan wonen bijvoorbeeld meer Afro-Amerikanen dan gemiddeld in de VS). Wel liggen deze staten in de zogenaamde Rust Belt, de regio in het noordoosten die ooit befaamd was voor haar maakindustrie -denk aan de automobielindustrie in Detroit- waar sinds de jaren ’80 en ’90 spectaculair veel jobs zijn verdwenen. Hele dorpen en stadswijken liggen er al jaren verlaten en verroest bij. Sommige ex-arbeiders hebben het geluk om voor een derde van hun voormalige loon achter de balie van een hotel te werken, de meesten leven in werkloosheid omdat de verdwenen jobs simpelweg nooit zijn teruggekomen.
Al dertig jaar tellen de eisen van deze working class niet meer in het Amerikaanse politieke toneel. In de jaren ‘90 herschikte de Clintons de Democratische partij volgens de ‘Derde Weg’, de op neoliberale leest geschoeide hervorming van de sociaaldemocratie. “Breaking up the banks won’t end racism or sexism” zei Bill Clinton. En hij dereguleerde de banken en leidde met NAFTA het tijdperk van de vrijhandel in (en racisme en seksisme bleven bestaan). De grieven van gewone, werkende Amerikanen werden niet meer gehoord, terwijl de industrie vertrok naar Mexico of China. Met de crisis van 2008 zochten miljoenen gezinnen die hun huis en inkomen verloren soelaas in het verzoenende betoog van Barack Obama. Maar alweer veranderde er niets. En dus koos een groot deel van hen voor de ‘fuck you’-kandidaat, hoewel bijna de helft van zijn kiezers aangeeft reservaties (sic.) te hebben over de persoon Trump zelf.
Hillary Clinton was de enige kandidaat die kón verliezen van Trump. Symbool van het establishment, lid van een machtige politieke dynastie, gesteund door Wall Street en goedgekeurd door de traditionele media. Zelfs wie voor haar stemde, deed dat vaker uit vrees voor Trump dan uit sympathie voor haar. Natuurlijk kunnen we niet goedkeuren dat mensen om een statement te maken gaan stemmen voor extreemrechts, maar we moeten het wel kunnen begrijpen en een gepast antwoord vinden. Uit alle peilingen in de VS bleek bijvoorbeeld dat het linkse anti-establishment kandidaat Bernie Sanders met gemiddeld 10,2% (!) voorsprong had kunnen winnen van Trump - zou hij niet gesaboteerd zijn geweest door de top van de Democratische partij. Zijn programma keerde de afkeer van het status quo niet tegen migranten, maar tegen de top 1% die sinds de crisis haar fortuin spectaculair zag toenemen. Laat het een les zijn voor wie in Europa geconfronteerd wordt met de opgang van extreemrechtse demagogie.
Door Olivier Goessens (Comac Gent)

Reacties
(Geen onderwerp)
Reactie toevoegen